Wij overdrijven niet

Er werd intussen al heel wat over geschreven. En toch voel ook ik de nood om zelf nog een bijdrage te leveren. Hoe je als jonge vrouw vaak te maken krijgt met discriminatie op de werkvloer.

Zo was er die keer dat ik als freelancer een aantal opdrachten uitvoerde voor een bedrijf waarbij een kennis van me aan het hoofd stond. Voor en tijdens de periode dat ik met hem samenwerkte, werden we goede vrienden en gingen we wekelijks samen lunchen (ondanks het feit dat hij in een andere stad werkte, helemaal niet in de buurt).

Toen ik op een gegeven moment uitviel met een burn-out, stelde hij voor de lunchafspraken gewoon verder te zetten bij mij thuis. Ik werd zijn emotionele steunpilaar, luisterde naar zijn diepste geheimen en grootste zorgen. Maar daar bleef het bij. Ik had nooit enige andere intenties. En hij ook niet, voor zover ik weet.

Ik schrok dus ook behoorlijk toen ik plots merkte dat ik geen antwoord meer kreeg op mijn berichtjes en enkele dagen later een sms kreeg met als enige inhoud: “Sorry. Het ligt niet aan jou. Ik leg het nog wel uit. x” Maar de uitleg kwam er nooit. Ik probeerde nog een gesprek aan te gaan via e-mail, waarna ik het moest stellen met: “Ik wil mijn nieuwe relatie gewoon echt een kans geven.”

Op de vraag waarin en waarom ik zijn relatie belemmerde, kreeg ik nooit een antwoord. Ik werd zomaar uit zijn leven gewist. Als vriendin, en als werknemer: ik kreeg ook geen opdrachten meer. Best klote voor iemand die net besloten had om fulltime freelancer te worden. Als je dan weet dat ik voor de opdrachten in kwestie ook al heel beperkt betaald werd omdat ik het werk van een andere eindredacteur had moeten herstellen en zijn budget dus nagenoeg op was, hoef ik je niet te vertellen hoe misbruikt ik me voelde.

Ik voelde me vernederd. Een stuk vuilnis. En zo ontzettend machteloos. Ik had niets verkeerd gedaan en toch werd ik gestraft. En ik weet nog steeds niet waarom. Ik weet enkel dat, als ik een man was geweest, dit probleem zich in deze situatie niet had gesteld.

Op een ander moment kreeg ik een jobaanbieding van een voormalig collega. Of ik niet voor hem wilde komen werken. Hij kon nog niets beloven, maar wou me naar eigen zeggen echt graag in dienst nemen. Ik reageerde enthousiast, want het leek me een fijn aanbod. We gingen die avond wat eten, met nog wat vrienden erbij. Niets bijzonder, niet de eerste keer. We waren al zo vaak wat gaan drinken.

Maar dit keer verliep de avond anders. Hij was al gauw beschonken en ik vond dat hij nogal flirterig deed. Maar dat wuifde ik in eerste instantie weg: hij had wat gedronken, is wat grapjes aan het maken, daar kan ik best tegen.

De insinuaties werden steeds ondubbelzinniger. Het ging zo ver dat hij letterlijk zei dat hij me in bed wilde. Letterlijk. Meermaals. Waar zijn vrienden bijzaten. Een niet onbelangrijk gegeven in dit alles: hij is getrouwd.

Toen we vertrokken uit het restaurant, had ik er dan ook grondig mijn buik vol van en besloot wijselijk huiswaarts te trekken. Daar was hij niet erg tevreden mee. Maar goed, ik dacht nog steeds: “Hij is dronken, Evelien. Dat gebeurt.”

Tot daar, dus. De volgende ochtend een sms: “Sorry voor het abrupte einde gisteren. Ik zou discretie appreciëren.” Abrupte einde? Omdat ik zelf vertrokken was? Hij had tientallen redenen om zich te excuseren, maar ‘het abrupte einde’ was er geen van.

Het was ook die dag dat ik uitsluitsel zou krijgen over de job. Ik liep hem, samen met het hoofd van dat bedrijf, twee keer tegen het lijf die dag. Hij negeerde me straal. Nadat ik zelf nog een aantal sms’en stuurde, kreeg ik uiteindelijk ’s avonds laat als antwoord ‘dat er toch geen plek meer voor me was, maar ik de eerste zou zijn aan wie hij zou denken als er een plaats vrijkwam’.

Ik ben er quasi zeker van dat hij het nooit over me gehad heeft. Ik weet ook dat er, in dat bedrijf, sindsdien al meerdere nieuwe mensen zijn aangenomen voor de functie die ik er zou uitvoeren. Ik heb er nooit meer wat van gehoord.

Beide situaties zijn intussen al lang achter de rug. Ik heb heus geprobeerd begrip op te brengen voor de heren in kwestie. Ik heb élk excuus dat ik in hun voordeel konden bedenken, minstens tien keer gedacht. Je mag best weten dat, tot op vandaag, ik degene ben die me enorm rot voelt over beide situaties.

De mannen waarover ik spreek waren ook niet enkel mijn collega’s of opdrachtgevers. Het waren ook vrienden, mannen die ik vertrouwde, voldoende om hen binnen te laten in mijn huis en mijn leven. En dan door die mannen met zo weinig respect behandeld worden – dat doet pijn. Vooral als je vervolgens geen uitleg krijgt, niéts, nee, en als je ernaar vraagt, compleet genegeerd wordt. Ergens vraag ik me nog steeds af wat ik verkeerd heb gedaan. En dat zou niet mogen.

0 thoughts on “Wij overdrijven niet”

  1. Een beetje kort door de bocht om dit als antifeminisme te klasseren. Ok, jij bent een vrouw, en een man krijgt gevoelens voor jou. Wat als de mannen in het verhaal vrouwen waren geweest, die gevoelens begonnen te tonen?
    Nee, dit is geen discriminatie omdat je een vrouw bent, eerder omdat je blijkbaar een interessante persoonlijkheid hebt die mannen het hoofd op hol brengt.

    1. Dag Sofie. Ja, dit verhaal kan in beide richtingen gebeuren. Ik schrijf er dan ook duidelijk bij ‘in deze situatie’. Bovendien kunnen alle verhalen onder de hashtag ook mannen overkomen (verkrachting/seksuele intimidatie/huiselijk geweld) maar komen ze vaker voor bij vrouwen. Aangezien er nog steeds veel meer mannen aan de leiding van een bedrijf staan, is de kans dus ook veel groter dat het een vrouw overkomt. Daarom vind ik dus dat ook mijn verhaal er onder hoort. Antifeminisme heb ik zelf nooit in de mond genomen, en dat is ook niet het doel van de hashtag.

Leave a Reply to Judith Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *